Klimaat ambities hebben enorme ruimtelijke gevolgen jun12

Tags

Gerelateerd

Delen

Klimaat ambities hebben enorme ruimtelijke gevolgen

Martin Dubbeling is druk bezig met de voorbereidingen van het BNSP-jaarcongres op 8 november 2012 dat in het teken staat van klimaatbeleid en ruimtelijke ontwikkeling. Het BNSP-bestuurslid is daarnaast in internationaal verband actief in de advisering van steden en regio’s: ‘In Rusland en China is veel behoefte aan ondersteuning bij basale processen, deskundigheid, creativiteit.’SPREAD #505_Blauwe Kamer_Klimaatambities hebben enorme ruimtelijke gevolgen

 

Dubbeling verheugt zich op het BNSP congres. ‘Ik heb me er altijd over verbaasd dat er niet fundamenteel wordt nagedacht over de invloed van klimaatbeleid op ruimtelijk beleid en ruimtelijke ontwikkeling. Nederland aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en de omschakeling van fossiele naar duurzame energie, en dat allemaal voor 2050, heeft grote gevolgen voor de ruimtelijke ordening en inrichting van onze landschappen, dorpen en steden. Dit zorgt voor essentiële opgaven voor de ruimtelijke ordening en stedenbouw, maar die worden nog onvoldoende opgepakt door de vakgenoten. Een gebouw kun je isoleren, je kunt er een zonnecollector opzetten en duurzame

bouwmaterialen gebruiken, dat weten allemaal wel. Maar wat is het effect van klimaatambities op de ordening van stad en land? Gaan we de steden radicaal anders plannen en inrichten? Dat zouden we eigenlijk wel moeten doen. Bijna alle provincies en grotere gemeenten streven ernaar om de komende decennia CO2- of klimaatneutraal te worden – met grote ruimtelijke gevolgen. Deze ambities vind je zelden of nooit terug in een structuurvisie. Dit is wat mij betreft het voornaamste onderwerp van het jaarcongres.’

Lees verder (…) DOWNLOAD #505_Blauwe Kamer_Klimaatambities hebben enorme ruimtelijke gevolgen

Het interview ‘Klimaatambities hebben enorme ruimtelijke gevolgen’ is gepubliceerd in de Blauwe Kamer, tijdschrift voor landschapsarchitectuur en stedenbouw, 3-2012, pagina 74-75.